Den Haag moet behoud historisch erfgoed stimuleren

Het Couperus-huis in de Surinamestraat.

Particuliere initiatieven om waardevolle historische panden op te knappen en publiek toegankelijk te maken, moeten door de gemeente Den Haag worden ondersteund. De fracties van CDA en D66 in de Haagse raad doen daartoe een voorstel bij de behandeling van de gemeentebegroting.

Een paar projecten op het gebied van historisch erfgoed trokken de laatste tijd de aandacht, zoals de aankoop en restauratie van het Couperus-huis, de renovatie van de stadsmanege en de openstelling van de Atlantikwall-bunkers. Deze particuliere initiatieven lopen vaak vast op gebrek aan commerciële en technische kennis of onbekendheid met de ambtelijke molens.

CDA en D66 pleiten er niet zozeer voor dat de gemeente de buidel trekt om de restauratie van het historisch erfgoed te bekostigen, maar veeleer voor het beschikbaar stellen van de eigen kennis en het inzicht in het netwerk van de gemeente. D66-fractievoorzitter Marjolein de Jong: "Het blijkt dat mensen zelf grote initiatieven kunnen nemen. Wanneer we dit ondersteunen, worden de wensen van deze groepen werkelijkheid."

De gemeente zou volgens CDA en D66 de burgers ook meer moeten betrekken bij wijzigingen van bestemmingsplannen waar kansen liggen voor historische plaatsen. De partijen willen specifiek kijken naar aanpassing van de Franse en Amerikaanse ambassade aan het Korte Voorhout. Die zouden moeten worden aangepast om de historische lijn van het Voorhout, die door bombardementen in de oorlog zijn verstoord, te herstellen.